
Ik ben in Rio

Samenvatting
Rio de Janeiro staat bekend als de stad van de zon, stranden en het carnaval, maar deze stad heeft ook een andere kant, een duistere kant.
Samuel is elf jaar en woont samen met zijn oma in een dorp in het noordoosten van Brazilië. Hij heeft geen moeder meer en zijn vader is weggegaan van huis op zoek naar werk. Hij heeft nog een kaart naar Samuel gestuurd met een beeld van Christus erop, en de tekst ‘IK BEN IN RIO’. Als Samuel na een half jaar niets meer hoort van zijn vader, besluit hij naar Rio te gaan om hem te zoeken.
Rio de Janeiro blijkt heel anders dan Samuel zich had voorgesteld. Op tv had hij beelden gezien van grote huizen en vrolijke mensen. Maar de werkelijkheid lijkt in niets op deze beelden. Samuel wordt in Rio vreemd aangekeken door voorbijgangers en niemand wil hem helpen. Ze behandelen hem als vuil, en zo voelt hij zich ook: vies. Hij komt terecht tussen de straatkinderen, die stelen en lijm snuiven: ze ademen uit een zakje waarin lijm zit, als een soort drugs. Samuel raakt bevriend met Celço en Carlos. Deze jongens leren hem hoe je moet overleven in de straten van Rio. De dingen die hij leert, zoals vechten en stelen, zijn vernederend en helemaal niet leuk. Terwijl Samuel zijn eigen weg probeert te vinden in de stad, blijft hij zoeken naar zijn vader. In het boek leef je mee met Samuel en maak je mee wat hij meemaakt. Zo ook de dag dat hij wordt gepakt door de politie en in een soort tehuis terecht komt of de dag dat zijn straatvriend Carlos verslaafd raakt aan het lijm snuiven en daar ziek van wordt.
Aan het einde van het verhaal kom je niet te weten wat Samuel gaat doen. Of dat hij terug gaat naar zijn oma in zijn geboortedorp, of hij zijn vader ooit gaat vinden of dat hij überhaupt door blijft zoeken naar zijn vader in de grote stad Rio de Janeiro waar het leven op straat meedogenloos is, maar waar hij tegelijkertijd wel van zijn vrijheid geniet.
Hoofdpersonen
Samuel: Samuel is de hoofdpersoon in het verhaal, hij woont in Sâo Joâo in het Noordoosten van Brazilië samen met zijn oma. Hij reist in zijn eentje naar Rio de Janeiro toe om zijn vader op te zoeken die een half jaar geleden vertrokken is naar Rio om werk te zoeken.
Celço: Celço is een straatjongen in Rio de Janeiro.Hij ontmoet Samuel en leert hem hoe hij moet overleven in Rio door te vechten, te stelen en als genot: lijm snuiven.
Carlos: Carlos is een vriend van Celço, hij is ook een straatjongen en help Samuel, net zo als Celço, te overleven in de straten van Rio de Janeiro.
Het beeld dat ik bij deze hoofdpersonen had zag er ongeveer net zo uit als de jongen op de kaft van het boek. De jongens hebben een donkere huidskleur en kort zwart haar, ook dragen ze oude versleten kleding en zien ze er erg onverzorgd uit. Ze zijn dun en kijken niet gezond uit hun ogen door het lijm snuiven.
Mijn mening
Ik vind het boek 'Ik ben in Rio' een spannend boek. Ik kan mij goed inleven in het verhaal, omdat de schrijver goed de omgeving van de hoofdpersoon vertelt. Naar mijn mening geeft het verhaal een reëel beeld van het leven van zwerfkinderen in de straten van Rio de Janeiro. Nadat ik het boek gelezen had, had ik een beter en duidelijk beeld van het leven van straatkinderen in Rio. Ger Bauritius heeft in zijn verhaal meerdere spannende gebeurtenissen geschreven, waardoor het verhaal nog leuker wordt om te lezen. Eén van die spannende gebeurtenissen was toen Samuel in aanraking kwam met de politie in Rio en uiteindelijk in een tehuis terecht kwam, maar Samuel wilde zo snel mogelijk weg uit dat tehuis, dus hij probeerde te ontsnappen. Dat vond ik toch wel één van de leukste en spannendste stukjes van het boek en dat maakt een boek ook leuker om te lezen. Het enige nadeel van het boek was dat het niet echt een einde had, je wist niet wat Samuel verder ging doen in Rio of waar hij heen wilde. Het boek had ook nog een vervolg kunnen hebben.
Auteur

Ger Bauritius is in 1950 in Harlingen geboren. Toen hij nog op de kleuterschool zat, wist hij al dat hij later wilde gaan varen. Hij wilde zelf zien hoe het er achter de horizon uitzag, want daar voeren immers de schepen naartoe die hij in de haven van Harlingen zag liggen. Hij werd zeeman en voer van 1970 tot 1980 de wereld rond.
In Brazilië ontmoette hij zijn vrouw, ze trouwden in 1975 en kregen drie kinderen. Hij maakte nog regelmatig verre reizen voor bedrijven, en begon met het schrijven van korte verhalen over het varen. Toen hij in 1991 met het verhaal ‘Kabel Willem' een prijs won, werd hij gestimuleerd om verder te schrijven, en hij publiceerde zeeverhalen in een tijdschrift.
Om beter te leren schrijven volgde Bauritius een aantal cursussen. Vervolgens begon hij aan zijn eerste jeugdboek, Stad zonder tanden. Vanwege de herkomst van zijn vrouw is hij erg geïnteresseerd in de Braziliaanse cultuur; vandaar dat het boek (Ik ben in Rio) zich in dit land afspeelt, tussen de straatkinderen van Rio de Janeiro.
Maak jouw eigen website met JouwWeb